Zondag 19 september, De lucht is grijs en de wind waait behoorlijk als we om halfacht wegrijden om ons vriend Peter in Heemstede op te halen. We hebben een afspraak voor een groepsles brandingvaren op het strand Hargen aan Zee waar Europagaai een eigen brandingkajakplaats en strandsportpaviljoen heeft.
Vanaf de duinen zien we veel wit op zee: schuimkoppen zo ver je oog reikt, drie rijen brekende golven nogal dicht op elkaar met ertussen een witte schuimmassa die veel weg heeft van een vanille milkshake. Ik krijg een vreemd gevoel in mijn maag – ik ben niet helemaal fit – de hele week flink verkouden geweest en gisteravond een feestje oei! – maar ik ben wél dapper en zo onverstandig om dit te willen. We dragen de wildwaterkajaks over de mulle zand naar het clubhuis onder de duinen waar we worden verwelkomt door Erik Wegman en medewerkers.
Dezelfde ochtend heeft een grote groep ingetekend voor een GPS-wandeltocht in de duinen; samen drinken we koffie. Een man kijkt naar mij en dan uit de raam naar de woeste golven. “Gaan jullie vandaag KAJAKKEN?” “Het is wel de bedoeling.” antwoordt een opgewekte Theo.
Steile krullende muur van water
Onze groep is klein. Eén instructeur, Roelof, wij drieën en Kai die niet eerder op zee gevaren heeft. Erik komt zeggen dat hij later als de GPS-ers goed en wel op pad zijn ook met ons mee zal varen.
Aan het strand legt Roelof de dynamiek van een “golfje pakken” uit. Ik zit in mijn boot en schuif als een zeehond dichter bij de brekende golven. Telkens spoel ik weer terug naar af. Ik ben alweer de laatste! Ongeduldig gooi ik het spatzeil eraf, trek de boot de surf in, maak het stomme spatzeil vast en vaar.
Met agressieve doch sportieve slag, sla ik me door de surf heen. Ik kijk over de witte massa om me heen. Links een strekdam, de wind komt ook van links, de golven breken schuin ten opzichte van het strand. Én ze kruizen elkaar met weinig ruimte ertussen. Ik zie Theo en Peter een beetje heen en weer “cruisen” golf op en golf af. Achter zijn de golven duidelijk hoger. Roelof spoort mij aan om te gaan surfen, maar ik kan niet kiezen. Er zijn zoveel golven! Vooruit dan maar. Ik wordt opgetild en bijna meteen breek ik uit. Even een lage steun en boem be da boem boem schuif ik het zand op. Ik krijg alweer hetzelfde probleem van in het water komen. Hoe dichterbij ik kom, des te verder wijkt het afgaande water.
Intussen zie ik Peter een achterwaartse looping maken – wat zal hij blij zijn dat hij zijn polyester Nigel Dennis Greenlander thuis gelaten heeft. Hij rolt overeind. Kai is, net als ik, bezig om over de eerste dumpende golven te komen. Hij vaart op een “sit on top” maar glijdt er telkens in een golf eraf. Kai zit “on bottom”. En dan ineens spoelt er een goeie golf mijn kant op, ik peddel erdoor heen. Meteen achteraan stormt een steile krullende muur van water op mij af. Ik wil erdoorheen knallen maar wordt achterover geslagen, de golf rolt over mij heen en nog één en nog één. Rollen? Steunen? Komen niet in mij op. Ik spoel letterlijk uit de kajak.Ik let nu niet meer op mijn medecursisten. Wat mijn eigen echtgenoot uitspookt laat mij koud. Dit is brandingvaren in een tunnel.
Tips van de instructeur
Gelukkig hoor ik een hoge lange fluittoon. Eric stond al een tijdje te kijken en roept ons bij elkaar. “Normaal gesproken krijg je van ons een les op het water maar dat is vandaag niet te doen. Het is te onstuimig om iets vóór te doen en je hoort elkaar toch niet. Ik heb naar jullie gekeken en ik heb een paar tips voor jullie. Hoe kom je door de eerste branding heen? Ik kan aan de hoek die de kajak neemt ten opzichte van de brekende golf zien of iemand om zal gaan. Peddel je haaks tegen een steile golf ga je om. Als je …” In eens voel ik me heel duizelig en misselijk, loop snel richting zee.. Ik moet overgeven en mijn spuug vliegt in een horizontale lijn door de lucht. Voorover gebukt voel ik Theo’s hand op mijn schouder, Roelof vraagt bezorgd of alles goed gaat, Erik is ook snel bij en ziet hoe draaierig ik nog ben. Heh.
Op het dek van mijn bootje kom ik bij en wuift verdere aandacht weg. Erik gaat ongestoord verder. “Je kunt erover heen springen. Gesteld: Je peddelt een beetje schuin naar links op de golf af, vlak voor die gaat breken maak je rechts een krachtige slag, je heupen draaien vanzelf van rechtsonder naar linksboven en je floept over de golf heen.” Hij zit in zijn speelbootje en doet op het droge voor.Ik zit aan de kant en kijk de mannen na. En hoe ze genieten! Roelof glijdt jaloersmakend langs en op en over de krullende brekende golven.
Surfen in de branding
Intussen voel ik me beter en ik kan het niet laten… maak mijn spatzeil vast en ga met de banana. Joeeeiiiaaaggghhh huh. Ik ben over een joekel van een branding heen. Het werkt. Peddel voorzichtig naar de volgende rij gewelddadige brekers. De wind schreeuwt. Ik pak een mooie golf en schiet als een speer weg, de punt begint te boren in het water, ik leun achterom en raak per ongeluk in een achterwaartse surf, ik hou de peddel hoog, ik kan er toch niets aan doen wel gereed houden, ik wiebel met mijn heupen om in balans te blijven. Als de kracht uit de golf is draai ik parallel aan het strand, een steuntje rechts en ik kan wel verder. Erik zit aan de kant en steekt een duim omhoog. Ik ben er een beetje trots op. Overmoedig vaar ik de volgende berg op om in de hobbelige witte schuim een beetje heen en weer te varen.
De wind is inmiddels aangewakkerd tot zes. Golven twee meter veertig (heb ik later op internet na gekeken.) Ik kom hier om te surfen denk ik dan. Peddel rustig naar voren, kijk achterom in de groene glazige oog van een breker en de neus van mijn “Fly” schuift omlaag – diep – en de aanstormende, razende surf pakt mij op en gooit mij om. Ik lig onderste boven, ik schuif mee met de schuim. Ben mijn oriëntatie helemaal kwijt. Voel zand knarsen onder mijn helm en trek aan de lus van mijn spatzeil. De boot schiet weg onder mij vandoor. Ik tuimel door de volgende golf heen, probeer te staan en wordt onderuitgehaald door een kleine k.. golfje die denkt dat hij aan het voetballen is. Ik hou het voor gezien. De rest van de les kijk ik naar de heren die buitelen, dartelen, loopen, draaien, opkanten, steunen en joelen een uurtje langer.
Tekst: Kathleen Hastings Sloggatt